De Laweij is het symbool van de onderdrukking van de veenarbeiders. Een Laweij werd gebruikt voor het aangeven van de werktijden van de veenarbeiders. De Laweij was een hoge paal met een draaipunt waaraan een dwarspaal met een korf was bevestigd. Als de Laweij naar beneden wees moest er ononderbroken gewerkt worden. De pauzes en het einde van de werkdag werd aangegeven door de Laweij omhoog te trekken. Het gebruik van de Laweij stond vastgesteld in het gehate Laweijscontract, waaronder de veenarbeiders te werk gesteld werden. In 1876 is het gebruik van de Laweij afgeschaft. Het Laweijscontract bleef echter bestaan, wat de grote stakingen en opstand tot gevolg had. Het verzet tegen de veenbazen werd door grof geweld, door inzet van politie en soldaten, gebroken. Het staken in de veengebieden werd ook wel “bollejagen” genoemd. Dit woord is afgeleid van het oud Friese woord “Bolje” dat “opstandig” of oproerig” betekent.